Verzetsheldin uit de schaduw: Utrecht eert Trui van Lier

Sinds vorig jaar pronkt in gouden letters de naam van Trui van Lier boven de ingang van de speeltuin in het Wilhelminapark. De Utrechtse verzetsvrouw redde tijdens de Tweede Wereldoorlog de levens van 150 Joodse kinderen. Lang bleven haar heldendaden onderbelicht. “Wij Utrechters geven Trui nu eindelijk de aandacht die ze zo hard verdient”, zegt Jim Terlingen, die een boek over haar schrijft.
Foto: Het Utrechts Archief
Vanaf de speeltuin in het Wilhelminapark loopt een spoor van 150 gouden hartjes. Als je die een paar honderd meter volgt, kom je uit bij het pand van het voormalige ‘Kindjeshaven’. Dit is de crèche die Trui in 1941 opende en waar ze samen met Jet Berdenis van Berlekom Joodse kinderen hielp onderduiken. Dat deden ze recht onder de neus van de nazi’s, waar het van stikte in de buurt. Op een steenworp afstand van de crèche lag toen immers de Maliebaan, het nazibolwerk van de stad.
De Joodse kinderen werden in Kindjeshaven ‘verstopt’ tussen de andere kinderen, totdat het verzet een onderduikadres voor ze had geregeld. Trui en Jet hadden vaak een stuk of dertig kinderen in de crèche, waarvan soms wel de helft Joods was. “Het was wel eens te veel”, zei ze daar later over. “De mensen zagen het gewoon, het viel op”. Toch zijn ze nooit opgepakt. Wel werd het in 1944/1945 zo gevaarlijk, dat ze moesten stoppen met ‘Kindjeshaven’ en zelfs moesten onderduiken.
Het verzetswerk was zenuwslopend, maar Trui’s overtuiging won het van haar angst. “Ze geloofde heilig dat je kinderen koste wat kost moest beschermen”, vertelt Terlingen vol bewondering. “Dat was zóiets basaals voor haar.” Daarin maakte ze geen onderscheid tussen kinderen. In de crèche werden naast Joodse en ‘gewone’ kinderen, ook kinderen van Duitse soldaten opgevangen. Die waren vaak buitenechtelijk verwekt met Nederlandse vrouwen. “Daarvan zei Trui: die hebben toch niets misdaan? Het zijn maar kinderen.”
Hoe meer Terlingen over Trui las, hoe meer hij van haar “ging houden”, zegt hij. “Het was een geweldige, moedige vrouw”. Toen hij van Trui’s familieleden ook nog eens een schat aan archiefmateriaal kreeg toegeschoven, besloot hij een boek over haar te gaan schrijven. Het verbaasde hem dat haar verhaal nooit eerder uitgebreid was verteld.
Weinig aandacht voor vrouwen in het verzet
Toch is dat niet zo verbazingwekkend, als je kijkt naar hoe de Tweede Wereldoorlog de afgelopen 80 jaar is herdacht. De rol van vrouwen in het verzet is daarbij lange tijd gebagatelliseerd of simpelweg genegeerd. Alle aandacht ging uit naar ‘spannende’ verhalen over sabotage, spionage en schietpartijen met de Duitsers, waarin veelal mannen verwikkeld raakten.
Het verzet van vrouwen was daarentegen vaak verzorgend van aard. Denk aan het verlenen van hulp aan onderduikers, waar Trui zich mee bezighield. Hoewel net zo spannend, en minstens zo belangrijk, paste dit niet in het stereotype beeld van het verzet en werd het daarom niet als zodanig erkend. Sterker nog: Trui kreeg na de oorlog in plaats van erkenning, een belastingbrief op de mat. Ze moest een forse aanslag betalen, omdat ze de administratie van de Joodse onderduikers niet op orde had.
Utrechtse verzetsvrouwen in de schijnwerpers
De laatste jaren verandert de manier waarop we naar de Tweede Wereldoorlog kijken. Er is steeds meer aandacht voor de rol van vrouwen in het verzet – ook in Utrecht. Zo zijn een aantal straten in een nieuwe wijk langs het Merwedekanaal vernoemd naar vrouwelijke verzetsstrijders. Onder meer de naam van Jet Berdenis van Berlekom, die Trui hielp, kun je daar vinden.
En dan is er nog Truus van Lier, de meer bekende nicht van Trui van Lier. Zij schoot op 3 september 1943 een prominente Utrechtse NSB’er dood en moest dat met haar leven bekopen. Kort na haar verzetsdaad werd ze verraden, opgepakt en uiteindelijk gefusilleerd.
Truus kreeg in 2022 al twee boeken, een documentaire én een standbeeld, dat inmiddels is uitgegroeid tot stadsicoon. Het bronzen figuur langs de druk bewandelde Singel is moeilijk te missen. “We zijn in Utrecht op zoek naar iets dat ons verbindt. Truus’ heeft dat gedaan”, meent Terlingen. Maar door de vele aandacht voor Truus, ging het bij hem jeuken. Want, dacht hij: “Waar blijft Trui?”
Diezelfde gedachte ging door Michelle van Lier, de achternicht van zowel Truus als Trui. Michelle groeide op met de verhalen over de twee vrouwen, die haar altijd fascineerden. Beide vrouwen verdienden een ereplek in de stad, vond ze. Maar een standbeeld, dat paste niet bij Trui. “Te stijf”, zegt ze. Een naar haar vernoemde speeltuin in het Wilhelminapark, de plek waar Trui Joodse kinderen liet spelen onder de neus van de nazi’s, vond ze veel beter passen. Dus zorgde ze daarvoor. Vorig jaar opende het ‘Trui van Lier-Speelkwartier’. I“Er is nu eindelijk balans”, zegt Michelle dolgelukkig.
Trui’s trauma’s
Trui is voor Michelle nog altijd een rolmodel. Vooral in moeilijke tijden put ze kracht uit haar oudtante. “Dan denk ik altijd: mijn problemen zijn niets in vergelijking met wat zij heeft meegemaakt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als zij al die moeilijkheden heeft doorstaan, kan ik dat ook”.
Toch had Trui nog lang last van haar ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog. “Ze had een behoorlijk oorlogstrauma”, vertelt Michelle. “En hoe ouder ze werd, hoe moeilijker het werd om daarmee te dealen”.
Dat blijkt ook uit een oud interview met Trui in het Utrechts Nieuwsblad. “Het was soms zo zeldzaam verdrietig. Je moet je eens proberen voor te stellen, dat je je kinderen weg moet doen”, vertelde ze over de Joodse ouders die haar hulp vroegen. “Het geleende verdriet, ik geloof dat ik daar nog het meest onder te lijden heb gehad.” Als het over Kindjeshaven ging, begon ze altijd te schudden. “Het wordt de laatste jaren erger, ik denk omdat je op mijn leeftijd minder weerstand hebt”, zei ze nog in 1985.
Een beetje erkenning
Ze vond het bovendien lastig dat de mensen uit het verzet, zoals zij, na de oorlog op weinig waardering konden rekenen. “Ik heb het uit overtuiging gedaan, niks heldhaftigs, niks bijzonders. Maar soms denk ik: een beetje erkenning is toch ook niet weg?”.
Dat “beetje erkenning” kwam er uiteindelijk in de jaren 1994 en 1995. De gemeente zag toen in dat de belastingaanslag die Trui had gekregen, vijftig jaar eerder, een grove fout was. Ze kreeg een financiële compensatie van 30.000 gulden. Ook ontving Trui in die jaren een Yas-Vashem- onderscheiding en een stadsmedaille voor haar verzetswerk. Na een paar summiere vermeldingen daarvan in de kranten, ebde de aandacht alweer snel weg.
Volwaardige erkenning krijgt Trui nu pas, ruim twintig jaar na haar dood. In het Wilhelminapark vind je, naast de speeltuin die naar haar is vernoemd, ook haar voornaam gespeld in zo’n drieduizend blauwe bloemen. En daar blijft het niet bij. Het boek dat Terlingen over haar schrijft, en dat ook de periode na de oorlog omvat, ligt volgend jaar in de schappen. “Ze was een bescheiden vrouw, maar had het allemaal geweldig gevonden”, denkt Michelle.

Foto: Het Utrechts Archief, van de uitreiking van de zilveren stadsmedaille aan mevr. G. van Lier door burgermeester mr I.W. Opstelten, die tijdens de Tweede Wereldoorlog onderdak bood aan circa 150 Joodse baby’s en kleuters.
De aflevering van Utrecht ten tijde van Oorlog is nu te beluisteren via Spotify en Apple Podcasts. Utrecht ten Tijden van Oorlog is een productie van HUB Utrecht, in samenwerking met DUIC, UStad, Stichting Journallab en gemeente Utrecht en het Mediafonds Provincie Utrecht. Dit artikel over Truus van Lier is geschreven door Annelies Hoelen.
Bron: ‘De angst overviel je als een verkoudheid’ | Nieuws030 – Nieuws030. (z.d.). Nieuws030. https://www.nieuws030.nl/hist030rie/-de-angst-overviel-je-als-een-verkoudheid/


