Ricardo* is een jonge vader, zonder huis: ‘In mijn hoofdkon ik gewoon niet dakloos zijn’
Niemand verwacht dakloos te worden. Zeker niet als je een eigen bedrijf hebt, er een tweede kindje op komst is, en al een huis hebt. Toch overkwam het de Utrechtse Ricardo*. Hij raakte dakloos en leefde drie jaar lang van bank tot bank. “Soms kon ik ’s nachts nergens terecht, dan sliep ik in mijn auto.”
Tekst: Rosane Bijpost
We kennen allemaal het stereotypebeeld van een dakloze: een oude man op een bankje in het park met een blikje bier in zijn hand. We zullen niet gauw denken aan een jonge vader met een gezin en een eigen bedrijf. Toch laat het verhaal van Ricardo zien dat ook dit zomaar kan gebeuren. Toen zijn relatie strandde, moest Ricardo opzoek naar een nieuw huis. “Mijn ex was zwanger, dus het was vanzelfsprekend dat zij het huis hield. Ik vond al gauw een antikraakpandje waar ik een tijd in kon verblijven. Van daaruit verwachtte ik iets nieuws te vinden, maar dat bleek nog moeilijker dan ik in eerste instantie dacht.” Na een paar maanden ontstonden er plannen voor het pand en werd Ricardo eruit gezet, nog voor hij ook maar iets nieuws had gevonden.
Opgelaten en depressief
Vanaf dat moment had Ricardo geen vast dak meer boven zijn hoofd en moest hij het doen met de hulp uit zijn omgeving. “Ik kon overal wel een keer terecht, maar iedereen heeft natuurlijk ook al zijn eigen leven. Dus slaap je de ene keer hier, de andere keer daar. Ik heb zelfs een halfjaar bij de zus van mijn ex gewoond.” Ricardo vertelt dat hij het moeilijk vindt om om hulp te vragen. De stap om zo lang bij zijn ex schoonzus te gaan wonen, was dan ook geen makkelijke stap. “Ik wil gewoon mijn zaakjes op orde hebben. Dat ik in deze situatie zat, deed wat met me, dus stortte ik me volledig op mijn werk. Om me nuttig te maken, maar ook omdat ik me opgelaten voelde als ik bij haar thuis zou zitten.”
Ondanks de instabiele thuissituatie, lukte het Ricardo om zijn bedrijfje in vloeren leggen voort te zetten. “Ik werkte elke dag van de week van negen tot negen, maar non-stop vloeren leggen, sloopt je. Dat is fysiek heel zwaar.” In combinatie met de zorgen om een slaapplek, waren de afgelopen jaren uitputtend. “De luxe om depressief te zijn had ik niet, maar ik was het wel. Als ik dan de werkvloer afliep, was ik op, maar dan lig je daarna bij iemand anders thuis op de bank bij te komen. Je hebt geen een moment voor jezelf. Ik moest het wegstoppen en doorgaan.”
Hulp
Dat Ricardo dakloos was, drong een lange tijd niet tot hem door. “In mijn hoofd kon ik gewoon niet dakloos zijn. Je kent het stereotype beeld van een dakloze, en ik wist dat dat niet mijn situatie was.” Voor zijn moeder heeft hij het al die jaren verzwegen. “Om haar te beschermen, maar ook vanuit schaamte. Ik verzweeg het voor veel mensen. Mijn dochtertje van inmiddels zes had het wel ergens door. Ik probeerde de situatie voor mijn kinderen zo stabiel mogelijk te maken, maar ze merkte gewoon dat er dingen anders waren. Haar juf vroeg een keer aan mij of alles wel goed ging. Mijn dochtertje wilde die dag namelijk niet spelen en was verdrietig. Ze maakte zich zorgen. Dat brak mijn hart.”
Ook vrienden begonnen hun zorgen uit te spreken. “Eentje stelde voor om bij een stichting aan te kloppen voor hulp. Dat voelde voor mij in eerste instantie als verliezen. Ik had er nog nooit eerder gebruik van gemaakt. Soms kon ik ’s nachts nergens terecht, dan sliep ik in mijn auto, maar bij een stichting aankloppen, was voor mij een stap te ver.” Dankzij zijn vriend begon Ricardo in te zien dat het zo echt niet langer meer kon en kwam hij terecht bij Stichting Goud. “Deze mensen hebben me enorm geholpen om onder andere mijn boekhouding weer op orde te krijgen en uiteindelijk een nieuw thuis te vinden.”
Een nieuw thuis
Ricardo’s situatie was ingewikkeld, vooral omdat hij een eigen bedrijf had. “Ik dacht altijd dat dat een sterk punt was, maar in dit geval gooide het enorm veel roet in het eten.” Zo was het bijna onmogelijk om aan uitkeringen te komen, of had hij er zelfs geen recht op. En omdat Ricardo geen verslaving of psychische problemen had, was het ook weer moeilijker om via stichtingen en organisaties hulp te krijgen en een woonplek te vinden. “Nu denk ik: waarom anticiperen we hier niet op? Als het zo doorgaat, ontwikkel ik straks misschien wel die psychische problemen. Willen we dat niet juist voor zijn?” De stichting heeft zich enorm hard gemaakt voor Ricardo en uiteindelijk is het gelukt om na jaren weer een nieuw thuis voor hem te vinden.
Na afloop van het gesprek gaat Ricardo voor het eerst in zijn nieuwe huis slapen. “Ik geloof het nog steeds niet helemaal. Mijn eigen plek. Ik heb eindelijk weer tijd om met mezelf bezig te zijn. Tot nu toe was het overleven, dus ik weet nog niet wat voor schade ik aan de afgelopen jaren overhoud, maar ik hou me vast aan een uitspraak van een moeder van een vriend van vroeger: ‘Zoals een lotus uitbloeit tot een mooie bloem uit modder en viezigheid, groeien jullie ook van alle ellende en narigheid’.”
*Dit is niet zijn echte naam. Zijn echte naam is bij de redactie bekend.
Lees hier alle studentenproducties over dakloosheid in Utrecht.