Richard leeft al vierentwintig jaar op straat: ‘In de eerste jaren sliep ik soms maar twee tot vier uur per nacht.’

Op een regenachtige maandagmiddag zit Richard (66) al aan een tafeltje in café Het Gegeven Paard waar we hebben afgesproken. Zijn regenbroek en -jas liggen keurig opgevouwen naast hem op de grond. Met zijn fleurige oranje fleece vest en nette jas ziet hij er verzorgd uit. Niets doet vermoeden dat hij vannacht op straat heeft geslapen.

Tekst: Amber Dresken

Richard, hoe lang leef jij al op straat?

‘Ik leef nu 24 jaar op straat waarvan eenentwintig jaar in Utrecht en daarvoor in Arnhem. Na drie jaar werd mijn daklozenuitkering in Arnhem gestopt dus moest ik een oplossing zien te vinden. Ik had geen geld maar ik moest toch eten. Ik wilde ook niet stelen of wat dan ook. De enige oplossing was zwartrijden met de trein vanaf Arnhem naar Utrecht. Destijds was hier ook al de dagopvang met gratis soep en brood, de mogelijkheid om je te douchen en schone kleding te krijgen. Eigenlijk alle basisbehoeften. Ik kende Utrecht niet, maar het was noodzaak.’

Hoe zag jouw leven eruit voordat je dakloos werd?

‘Ik had gewoon een normaal leven. Daar kan ik wel meer over vertellen maar dat wil ik niet want dat leven is gewoon voorbij, punt. Het heeft geen zin om daar nog over te praten of over na te denken, want dat komt gewoon nooit meer terug. Zo simpel is het. Het doet geen pijn om daarover na te denken, maar het is beter om te focussen op de toekomst, op datgene wat je nog kan.’

Hoe was die eerste periode in Utrecht voor jou?

‘Je weet niet waar je terechtkomt. De eerste jaren waren chaotisch. De dagopvang zit nu aan de Nieuwegracht, toen zat die nog aan de Catharijnesteeg. Een veel kleinere ruimte. Iedereen zat op elkaars lip. Het was explosief. Van junks, alcoholisten, krankzinnigen tot niet-verslaafden, alles zat door elkaar heen. In de eerste jaren sliep ik soms maar twee tot vier uur per nacht.’

Is het niet aantrekkelijk om in zo’n situatie ook maar naar alcohol of drugs te grijpen?

‘Tuurlijk is het verleidelijk maar zo stom ben ik niet. Je moet heel sterk in je schoenen staan en gewoon een keuze maken. Voor mij was die keuze ook niet zo moeilijk omdat ik het mij simpelweg niet kon permitteren. Ik had ook met mijzelf afgesproken om niet te gaan stelen. Ja, dan word je af en toe gedwongen om een tijdje op een houtje te bijten, maar je moet jezelf wel in de spiegel kunnen blijven aankijken.’

Jij slaapt liever op straat dan in de nachtopvang, waarom?

‘Drie jaar geleden heb ik voor het laatst in de nachtopvang geslapen. Als niet-verslaafde moet je van dezelfde voorzieningen gebruikmaken als een verslaafde. Het kwam voor dat ik naar het toilet ging en iemand daar harddrugs aan het gebruiken was. Geen normaal mens vindt dat fijn. Ik heb nu mijn vaste stekkie in een portiek om te slapen. Daar word ik getolereerd door mijn buren, de politie en handhaving. Dat heb ik allemaal prima in orde. Het liefst zou ik in een seniorenwoning willen wonen. Ik sta nu veertien jaar ingeschreven als woningzoekende in de regio Arnhem en Nijmegen. Ik reageer op woningen maar het is moeilijk om daar tussen te komen in deze tijd van woningnood. Als mij wat wordt aangeboden, dan ben ik hier weg. Zo simpel is het.’

Hoe ziet een dag voor jou eruit?

‘Je moet zorgen dat je een vast ritme en discipline in je leven houdt. Elke dag begint zo’n beetje hetzelfde. Ik sta rond dezelfde tijd op. Dan berg ik mijn slaapspullen en kleding op in een bagagekluis op Utrecht Centraal. Dit betaal ik met mijn daklozenuitkering die ik sinds drie jaar heb. Voor mijn ontbijt loop ik naar Albert Heijn Neude, die is kwart over zeven al open. Als je de hele nacht buiten hebt gelegen, dan wil je zo snel mogelijk een kop koffie. Na het ontbijt ga ik door de stad wandelen, zo’n tien kilometer, altijd hetzelfde rondje. Ik rust even in de bibliotheek en ik eet wat om vervolgens naar de dagopvang te gaan om te gaan douchen. Daarna maak ik nog een wandeling van vijf tot zeven kilometer en ga ik een filmpje kijken in de bibliotheek en wat eten. Dan is het tijd om weer mijn spullen uit de kluis te halen om te gaan slapen.’

Waar komt dat logische verstand van jou vandaan?

‘Dat zit in mijn karakter en dat is natuurlijk ook een soort overlevingsmechanisme dat in werking komt. Ik heb keuzes moeten maken. Ja oké ik ben dakloos, hoe ga ik dat oplossen? Hoe kom ik er doorheen? Veel mensen die op straat terechtkomen, maken de verkeerde keuzes omdat ze op zo’n moment denken: ‘fuck you all’. Je staat op straat, je hebt eigenlijk alles verloren. Op zo’n moment moet je eigenlijk zeggen: ik ga vechten, er zit niks anders op. Ik vecht voor mezelf, dat is de enige manier om te overleven.’

Je bent de zestig gepasseerd, vind je het spannend wat de toekomst je gaat brengen?

‘Nee, daar denk ik niet over na. Ik verwonder mij dat ik nog leef (lachend). Ik blijf positief. Dat is natuurlijk heel moeilijk maar het kan wel.’

Lees hier alle studentenproducties over dakloosheid in Utrecht.